In de serie BeLeef de reis van… nemen (oud-)cliënten je mee in hún persoonlijke reis! Van het allereerste begin van hun behandeling tot waar ze nu staan. Ze delen openhartig over hun eetstoornis, waarom ze hulp zochten, hoe ze de opname hebben ervaren, het Natraject en het leven daarna. Een kijkje achter de schermen van herstel, vol eerlijke verhalen, moeilijke momenten én hoopvolle stappen. Om jou te informeren, te raken én misschien zelfs te inspireren.
De komende weken is Roos aan het woord! Zij neemt jullie via deze blogs mee in haar reis bij BeLeef! Vorige week vertelde ze alles over haar opname in Portugal en vandaag deelt ze alles over het Natraject!
Kan ik dit ook thuis?
Na zes intensieve weken in Portugal brak het moment aan om terug te keren naar Nederland. Een spannende stap, want hoe zou het zijn om alles wat ik daar had geleerd, ook thuis vast te houden?
Mijn moeder kwam me ophalen op het vliegveld. Net als op de heenreis voelde ik spanning door mijn hele lichaam. Alleen nu niet meer over of de behandeling wel zou aanslaan, maar vooral: “Kan ik dit ook thuis?” en “Val ik niet terug in oude patronen die ik net stap voor stap heb afgeleerd?”
Diep van binnen wist ik dat ik de kracht had om door te zetten, maar de emoties waren dubbel. Ik sliep de eerste nachten bij mijn opa en oma om even te landen in een omgeving waar ik niks moest. Dat gaf rust. Ik kon de eetmomenten volgen zoals ik in Portugal had aangeleerd en genoot van kleine dingen, zoals oma’s verse broodjes.
Toch waren er ook momenten dat ik dacht: “Help, dit is precies niet handig wat je nu zegt of doet.” Gelukkig had ik geleerd om dit uit te spreken. Vaak merkte ik dat de ander nog niet zo ver was mee veranderd. Voor mijn omgeving kwam ik namelijk terug als een heel andere Roos: iemand met energie, die kon genieten van eten, haar mening liet horen, samen tijd doorbracht maar ook momenten voor zichzelf nodig had om op te laden.
Toen ik eenmaal echt thuis was, kreeg ik een soort opruimaanval. Alles moest schoon en anders zodat triggers uit de omgeving verdwenen. Producten gingen de deur uit, nieuwe producten kwamen ervoor in de plaats en maaltijden werden leuk aangekleed. Samen met mijn moeder kocht ik nieuwe dingen, zoals placemats bij IKEA, die we elke dag gebruikten om een beetje BeLeef naar huis te brengen en gezelligheid te creëren tijdens de maaltijden.
In mijn directe omgeving kreeg ik soms nog “onhandige” opmerkingen. Die waren goedbedoeld, maar konden me op dat moment toch boos en gefrustreerd maken. Ik deelde dit met mijn omgeving via de handleiding die ik had geschreven: daarin stond wat ik had geleerd, wat voor mij helpend is en wat juist totaal niet. Dit hielp mijn naasten beter begrijpen wat ik nodig had.
Mensen die iets verder van mij afstonden, merkten juist vaak op hoe positief ik was veranderd. Zij spraken me aan op de sprankeling in mijn ogen en dat gaf kracht. Als er tijdens het eten toch een opmerking viel die me triggerde, besprak ik dit achteraf met degene die erbij was of belde ik iemand om even te kletsen. Op die manier herkende ik mijn oude patronen en koos ik steeds opnieuw voor mijn leven in plaats van de eetstoornis.
Het ging met vallen en opstaan, maar wat ik vooral leerde: blijf niet liggen en vraag om hulp. Wacht niet tot het “slecht” met je gaat. Mensen willen je helpen, ook als je bijvoorbeeld alleen in de stad bent. Ze doen dat liever nu, dan dat je terugvalt en ze machteloos moeten toekijken. Je verdient het om om hulp te vragen!
Ik ontdekte nieuwe manieren om mijn tijd zinvol te vullen
Ik herkende oude patronen, vaak niet direct rondom eten maar meer in mijn impulsieve brein. Zo besloot ik ineens dat de tuin een make-over moest krijgen, eigenlijk een manier om emoties te onderdrukken.
Met mijn therapeuten werkte ik daarom aan meer structuur. Geen grote dingen, maar simpele gewoontes die hielpen: een goed slaapritme, elke dag naar buiten, sociale momenten plannen, na de lunch kort rust nemen en kleine hobby’s oppakken. Ook beperkte ik mezelf bij grote doelen: “Vandaag maximaal één uur oriënteren op een studie.”
Doordat mijn dagen meer gevuld waren, bleef er minder piekertijd over. Ik ontdekte nieuwe manieren om mijn tijd zinvol te vullen: creatief bezig zijn, moodboards maken, of gewoon keihard meezingen met muziek.
Het grootste verschil tussen voor en na de opname? Mijn reacties naar anderen. Ik spreek me eerlijker uit, neem afstand van mensen die energie kosten en leer elke dag een beetje meer groeien naar de persoon die ik wil zijn.

Een van mijn valkuilen was het streven naar doelen in een prestatiegerichte vorm
Een van mijn valkuilen was het streven naar doelen in een prestatiegerichte vorm. Soms wilde ik leven alsof ik zeven jaar ouder was: met een afgeronde studie, een goede baan, een eigen woning en een rugzak vol reizen.
Dat kwam voort uit stress en spanning vanuit mijn behoefte aan controle en het vergelijken met anderen. Daardoor wilde ik alles tegelijk: studies vergelijken, een nieuwe baan zoeken, de Vierdaagse lopen én sociale activiteiten bijwonen. Ondertussen vergat ik mezelf.
Mijn lijf gaf uiteindelijk de signalen dat dit te veel was. Ik besprak dit met mijn groepsgenoten en leerde in het Natraject korte oefeningen om mijn zenuwstelsel te kalmeren. Ook ontdekte ik dat het normaal is om tijd nodig te hebben om bij te komen na sociale momenten. Eerst vond ik dat stom van mezelf… Ik moest dat toch gewoon kunnen? Maar door erover te praten met anderen besefte ik dat dit juist heel normaal was.
Tijdens de dagbehandelingen vond ik het fijn om de groep terug te zien
Gelukkig stopte de begeleiding niet toen ik terugkwam uit Portugal. Het Natraject van zeven weken gaf me extra steun. Ik kreeg individuele gesprekken, systeemgesprekken, dagbehandeling met de groep en contact met mijn buddy.
Dit zorgde ervoor dat ik niet meteen thuis in het diepe werd gegooid. Samen konden we bespreken waar ik tegenaan liep, welke triggers en valkuilen er waren, maar ook mijn overwinningen vieren.
Tijdens de dagbehandelingen vond ik het fijn om de groep terug te zien. Het voelde vertrouwd, warm en verbindend. Tegelijkertijd was het ook spannend om te delen hoe het thuis ging. Toch gaf het steun te merken dat we allemaal met ups en downs terugkeerden. Daarin sta je niet alleen.
Natuurlijk waren er ook moeilijkere momenten, bijvoorbeeld wanneer ik getriggerd werd door een groepsgenoot. Maar juist dan gingen we in gesprek en hielpen we elkaar door dat lastige moment heen. Want een trigger komt niet door de ander, maar raakt iets uit je eigen verleden. Door hierover te blijven praten, hielpen we elkaar verder.
Ik mocht leren vallen en opstaan
Als ik terugkijk op mijn thuiskomst en de start van het Natraject, zie ik een periode van groei en ontwikkeling. Ik mocht leren vallen en opstaan met hulp van mijn directe omgeving thuis, maar ook van mijn therapeuten en groepsgenoten.
De momenten dat je valt, zijn de leerzaamste momenten. Zolang je ook maar weer opstaat. Daar ligt de kracht van herstel!
Volgende week zondag staat deel 5 online! Dan vertel ik alles over mijn Reintegratietraject!